Zeeuws-Vlaanderen is het zuidelijkst gelegen gebied van de Nederlandse provincie Zeeland. Voor de Belgen onder ons is het maar net de grens oversteken en je bent er. Niet alleen de korte afstand maakt Zeeuws-Vlaanderen zo populair. Ook de prachtige stranden, duinen, polders en gezellige stadjes vallen bij velen in de smaak. De regio is ideaal voor wie van de natuur en de zee houdt, graag wandelt of fietst en ook een stadje wil bezoeken. Ik voelde me er dan ook helemaal thuis toen ik er onlangs een weekendje verbleef.
Wandelen in Sluis
Het vestingstadje Sluis ligt net voorbij de Belgisch-Nederlandse grens en is erg geliefd bij Belgen. Het gezellige centrum heeft tal van horecagelegenheden en er zijn ook veel winkels. Je vindt er bovendien nog tal van zaken terug die herinneren aan de rijke geschiedenis van Sluis. Het is dan ook de ideale combinatie voor een stadswandeling te maken.

Deze korte stadswandeling in Sluis is 4,5 kilometer lang en start aan het Walplein. Je kan het best parkeren op één van de parkeerterreinen aan het Walplein of de Sint Annastraat. Dan betaal je ongeveer 3 à 4 euro per dag, terwijl je op straat makkelijk 1,5 euro per uur kwijt bent.

Aan het Walplein valt onmiddellijk het standbeeld van Johan Hendrik van Dale op. De meest bekende Sluizenaar ken je waarschijnlijk wel van de woordenboeken “De Dikke van Dale”. De route start langs een rustig weggetjes langs de Damse Vaart, ook wel het Napoleonkanaal genoemd. Je volgt het jaagpad tot aan de houten Parmabrug die je oversteekt en daarna linksaf gaat.

Je bent dan aangekomen op de Westpoort of Steenen Beer. Deze oude stadspoort maakte deel uit van de versterkte vestingwal die Sluis moest beschermen tegen vijandelijke aanvallen. Het vervolg van de wandelroute gaat verder over deze oude stadswallen. Aan je rechterkant heb je een weids uitzicht op het water en de omliggende weilanden. Aan je linkerkant verlies je het stadscentrum nooit uit het oog.

Verderop zie je de bekende molen van Sluis opduiken. Molen De Brak is een windkorenmolen uit 1739. Momenteel is er een brasserie gevestigd in de molen en kan je er ook een bezoek brengen aan de molen wanneer deze in werking is.

De wandelroute gaat verder over de stadswallen via de Zuidpoort en de Oostpoort. Geniet nog even van het prachtige uitzicht op de natuur want zo meteen wandel je het stadscentrum in. Ongeveer 100 meter na de Oostpoort draai je linksaf naar de Zuiddijk.

Op het kruispunt met de Sint-Pieterstraat draai je rechtsaf naar een groot plein waar vroeger de Sint Janskerk stond. Deze kerk werd in 1811 verwoest door een brand maar de fundamenten zijn nog wel aangegeven met betonblokken. Je ziet zelfs nog enkele grafzerken midden op het plein. Aan de rand van het plein zie je een rij pittoreske huisjes, de Rentjes, die vroeger in gebruik genomen werden door armen.

Via de Dinsdagstraat gaat de route verder naar de Groote Markt. Naast enkele pittoreske huizen op het marktplein valt uiteraard het Belfort op. Tijdens de wandeling zag je de toren waarschijnlijk al verschillende keren opduiken. Het is dan ook hét herkenningspunt van Sluis.

Het Belfort van Sluis is het enige belfort van Nederland. Breng zeker een bezoek aan dit pareltje. Het is een interactief museum waar je alles te weten komt over de geschiedenis van Sluis. Je kan er onder andere de Raadzaal en de Burgemeesterskamer bezoeken. De kelder wordt gebruikt als expositieruimte en er is ook een verdieping gewijd aan het leven en werk van Johan Hendrik van Dale. Daarnaast kan je ook de toren beklimmen zodat je een mooi uitzicht krijgt op de stad en de omliggende regio.




Hiermee ben je bijna terug aan het Walplein en is de wandeling ten einde. Geniet nog van een lekker drankje en hapje in één van de talrijke horecazaken die Sluis rijk is. Smakelijk!
Wil je liever een langere wandeling maken? Dan is deze wandeling in Sluis van 12 kilometer misschien iets voor jou. De route gaat via de stadswallen van Sluis richting het pittoreske Sint Anna ter Muiden. Naast de authentieke huizen valt daar meteen de zware vierkante toren van de Nederlands Hervormde Kerk op.
Overnachten in een strandhuisje in Cadzand
Na mijn bezoek aan Sluis trok ik verder richting Cadzand waar ik bleef overnachten op het strand. Je leest het goed ja, pal óp het strand. Ik had nog nooit in een strandhuisje geslapen en ik moet zeggen… dat is echt voor herhaling vatbaar! Hoe zalig was het om ’s avonds op het terras naar de zee en een prachtige zonsondergang te kijken. Of ’s morgens wakker worden en vanuit mijn bed de zee te kunnen zien. Echt heerlijk! Hier zou ik wel kunnen wonen.

Ik verbleef in één van de vijftien strandhuisjes op het strand van Cadzand. Deze bijzondere vakantiehuisjes zijn geschikt voor zes personen. Beneden is er een tweepersoonsbed en boven kunnen ook nog vier personen slapen. Het is wel een steile trap naar boven dus niet echt geschikt als je slecht te been bent. Het strandhuisje beschikt over een volledig ingerichte keuken en een badkamer dus alle comfort is aanwezig.


De strandhuisjes liggen tussen Strandpaviljoen Ruig en Strandpaviljoen Dok 14. Dat laatste werd zelfs verkozen tot beste strandpaviljoen van Nederland. Handig dus als je liever niet zelf wil koken.
Een verblijf in een strandhuisje is niet echt goedkoop maar ik kan je wel deze twee tips meegeven zodat je hier toch aan een betaalbare prijs kan overnachten. Boek ruim op voorhand want de strandhuisjes zijn niet alleen erg populair maar je kan ook een vroegboekkorting van 15% krijgen wanneer je boekt voor 15 januari 2023. Probeer daarnaast de schoolvakanties en de weekends te vermijden want dan zijn de prijzen vaak dubbel zo duur dan normaal.


Strandwandeling in Cadzand
Vanuit mijn strandhuisje maakt ik twee strandwandelingen. De ene was een korte wandeling richting het natuurgebied de Verdronken Zwarte Polder. Passeer zeker langs het uitkijkpunt de Paalridders.

De andere strandwandeling maakte ik richting de jachthaven van Cadzand en verder tot aan het Zwin. Dit natuurgebied ligt op de grens van België en Nederland. Vorig jaar bracht ik nog een bezoek aan het Zwin vanuit de Belgische zijde waar ook het bezoekerscentrum gevestigd is. Maar deze keer bleef ik dus aan de Nederlandse kant.


Meer bezienswaardigheden in Zeeuws-Vlaanderen
In Zeeuws-Vlaanderen kan je ook nog een bezoek brengen aan het vissersdorp Breskens of de havenstad Terneuzen. Vanuit Breskens kan je met de boot richting de Hooge Platen, een gebied van 1800 hectare aan slik en zandplaten. Hier broeden niet alleen grote kolonies kustvogels. Rondom de Hooge Platen leven er ook zeehonden. Met een beetje geluk kan je er enkele spotten tijdens de boottocht!
In het voorjaar is Zeeuws-Vlaanderen ook erg mooi doordat er verschillende bloembollenvelden te vinden zijn. In april bracht ik zo nog een bezoek aan onder andere Clinge en Hulst.

Het Verdronken Land van Saeftinghe is een uniek schorrengebied in het oosten van Zeeuws-Vlaanderen. Het grootste deel van het natuurgebied kan je enkel onder begeleiding bezoeken, maar er zijn wel twee korte wandelroutes die je zelfstandig kan stappen. Let dan wel op de getijdentabel want rond springtij kunnen de wandelpaden onder water komen te staan.
